Door de Werkgroep Jeugdboeken ben ik samen met mijn collega uitgenodigd een praatje te houden over schrijversbezoeken. Anna Woltz verhaalt over de kant van de schrijvers en ik over de schoolkant. Het leuke is dat Anna vorig jaar op onze school op schrijversbezoek geweest is en we terugkijken op een waanzinnige Anna-dag.
Karlijn Stoffels zit naast Ted van Lieshout. Whaaaa, knijp me!
Er lopen ook veel mensen rond die ik niet van gezicht ken. Eigenlijk zien ze er heel gewoon uit. Toch blijven de kriebels in mijn buik. Mijn collega en ik mogen als dank mee een hapje eten. Ik zit tussen Tanja de Jonge en Rom Molemaker in. Voor ik het weet, zoen ik iedereen gedag en zit ik in de trein terug naar huis. Naast Rom, want hij woont ook in Utrecht.

Weken later gaat de telefoon. ‘Met Rom!´ Rom? Dé Rom? Belt schrijver Rom Molemaker mij? Zijn boek Crisis is net door de Jonge Jury genomineerd. Sinds dat telefoontje bellen we vaker. Hij heeft me zelfs een kerstkaart gestuurd. Rom is tijdens de mavo 3 werkweek op Terschelling op schrijversbezoek geweest. In maart gaat hij in gesprek met onze tweedeklassers. In de lessen voorafgaand aan de werkweek is elke mavo 3 klas in groepjes verdeeld. Elk groepje leest een titel en maakt daarbij een trailer of een filmfragment. Via onze eigen mediatheek en de openbare bibliotheek hebben we voor elke leerling een boek. Ongelofelijk dat we dit kunnen doen! Tijdens het verdelen van de boeken voelen we ons een heus Sinterklaasteam.
Rom verraste ons tijdens het bezoek met achtergrondverhalen bij zijn boeken, soms spannend, soms veel meer dichtbij dan wij voor mogelijk hadden kunnen houden. Wij verrasten hem met de filmpjes.

Mijn telefoon rinkelt. Het is Rom, nu met een verzoek. Hij is bezig met een nieuw boek. Dat verhaal speelt zich af op een middelbare school. Hij is al even uit het onderwijs en nu vroeg hij zich af of… De rest hoor ik in een waas. Rom op school, extra, een soort schoolschrijver. Leerlingen kunnen met hem in gesprek, tegen hem aanbotsen tijdens een leswissel, zijn boeken lezen.
In mijn hoofd zie ik alles al gebeuren. De jongen die voor het eerst een heel boek heeft uitgelezen, Roms De eerste steen, gaat een tweede boek lezen!
Inmiddels is Rom drie keer op school geweest. In verschillende vaklessen, op de koffie bij de conciërge, in gesprek met leerlingen zonder docent erbij. ‘Dan zijn ze het eerlijkst,´ legt Rom uit. Drie jongens lopen langs me heen de klas uit. Eentje pakt mijn schouder en stelt me gerust, ‘u vinden we lief, hoor, dus we zeggen niks rots´. De andere leerlingen werken rustig door, zich ondertussen afvragend of zij de volgende keer met hem mogen praten. Dat lukt vast wel, misschien volgende week al.